1header_hansvervoort.jpg - Jos Lammers - Mijn hemel (2018)

Welkom op de website van Hans Vervoort

Jos Lammers - Mijn hemel (2018)


Het rosse leven rond 1900


Als men wil zien hoe het dagelijkse bestaan van gewone mensen er een eeuw geleden uit zag is dat moeilijk te vinden. Want foto's werden vooral gemaakt bij speciale gelegenheden, niet op een alledaags moment.

De BBC probeerde jaren geleden een beeld van die tijd te geven door een hedendaags middenklasse echtpaar een jaar lang te laten wonen in een huis van rond 1900, met alle gebrek aan comfort en apparatuur van die tijd. De documentaire die daarover gemaakt werd was fascinerend.

Want dit bestaan leidde binnen enkele maanden tot de fysieke en mentale instorting van de vrouw des huizes die - ondanks de hulp van haar man, naast zijn baan - er niet in slaagde alle noodzakelijke huishoudelijke taken te verrichten. Boodschappen doen op de markt, koken op een petroleumstelletje, de vaat wassen zonder vaatwasmiddel, het huis schoon houden zonder stofzuiger, de was doen zonder wasmiddel en wasmachine, de olielamp-verlichting verzorgen, het was meer dan zij aan kon. Ze vond de oplossing: ze huurde een dienstbode in. En zo werd het leven van een middenklasse gezin uit 1900 aanschouwelijk voor de hedendaagse kijker.

Maar hoe leefden de lagere standen een eeuw geleden?

Dankzij socialistische schrijvers als Herman Heijermans is daar meer over bekend dan over de modale burger uit die tijd.

Voor hen geen dienstbode maar een leven vol geploeter in krotwoningen met goedkope alcohol als enige troost.

Het ergste lot trof jonge vrouwen die in een dienstbetrekking zwanger raakten, vaak ongewild en vaak van hun werkgever. Zij belandden op straat en kwamen - om zichzelf en het kind in leven te houden - bijna altijd in de prostitutie terecht.

In Mijn Hemel heeft schrijver Jos Lammers het leven van zo'n vrouw beschreven. En in het bijzonder dat van haar dochter, Carolien Brusik (1873 - 1942), die er lang in slaagde om buiten de prostitutie te blijven maar uiteindelijk toch ook in 'het vak' terecht kwam.

Het is een ontroerend verhaal geworden, mede dankzij de persoonlijke relatie van de schrijver met zijn onderwerp. Want Carolien Brusik was de onbekende grootmoeder van Lammers vrouw Janny Brasik (met een a). Zij had van vaderskant nooit anders gehoord dan 'je hebt geen familie', en de mededeling dat zijn moeder overleed toen hij 18 was.

Maar hoe anders bleek dat allemaal te liggen toen Jos Lammers in de archieven dook, op zoek naar die (groot)moeder. In het slothoofdstuk van zijn boek, getiteld 'De speurtocht' doet hij in 20 pagina's verslag van het minutieuze onderzoek naar de verblijfplaatsen en activiteiten van Carolien en de reconstructie die hij aan de hand van die gegevens kon maken van haar bestaan.

Die reconstructie gaf hij de vorm van een door haar zelf verteld levensverhaal.

En dat verhaal biedt de huidige lezer een fascinerend beeld van het leven zoals het destijds was voor vrouwen als Carolien. Opgroeiend in een bordeel als dochter van een ongehuwde moeder die in de prostitutie terecht kwam, slaagt zij erin daar zelf buiten te blijven door de verzorgende taken in het bordeel op zich te nemen. Maar als zij verliefd raakt op een getrouwde jongeman en zwanger van hem wordt (het kind krijgt door een spelfout van de vroedvrouw de naam Brasik in plaats van Brusik) komt zij noodgedwongen ook in het vak terecht. En dat betekent in de praktijk een permanente zoektocht naar plekken waar klanten zijn maar ook betaalbare ruimte te huur is. En waar de overheid en de christelijke ijveraars ze met rust laten. De tocht die zij met enkele vriendinnen-collega's maakt op zoek naar zo'n plek leidt door de rosse buurten van Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Tijdens die tocht moet zij noodgedwongen haar zoon in de steek laten. Hij zal het haar nooit vergeven en zegt dus tegen zijn kinderen 'je hebt geen familie'.

Wie aan Mijn Hemel begint zij gewaarschuwd: het is verslavende lectuur. Jos Lammers heeft van Carolien een uitstekende vertelster gemaakt.

En haar verhaal zoog me mee in de krochten van onze drie grootste steden aan het eind van de 19e en begin van de 20ste eeuw. Toen ondergoed in de lagere standen nog gezien werd als onnodige nieuwerwetserigheid. Om maar iets te noemen dat ik zonder dit boek nooit geweten zou hebben.

Een aanrader!


(Deze recensie verscheen eerder in de opiniekrant Argus, 9-01-2018)