1header_hansvervoort.jpg - Zwart als roet

Welkom op de website van Hans Vervoort

Zwart als roet

 

Wie anno nu het oude kinderlied 'Moriaantje zo zwart als roet' in zich voelt opkomen en dat volautomatisch gaat zingen, zal zich na een paar woorden ineens afvragen: hé, mag dit lied nog wel?
En vermoedelijk verschrikt stoppen.
Weliswaar zijn de volgende regels die we als kind verder zongen heel onschuldig:

'Ging uit wandelen zonder hoed,

Maar de zon scheen op zijn bolletje,

Daarom droeg hij een parasolletje.'


Toch klinkt het verdacht: zwart als roet? Moriaan? Dat kàn niet deugen. Was er niet in 2020 veel te doen over het gebakje Moorkop, waarvan de naam door de Hema vervolgens vervangen werd door 'Chocobol'?
Het gaat sindsdien inderdaad wel wat beter met de Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam, maar toch blijkt uit verder onderzoek dat Moriaantje wel degelijk mag. Sterker nog, Moriaantje móet.
Want het is een van de oudste anti-discriminatoire liederen die er zijn.
De paar regeltjes die nu als kinderliedje nog gezongen worden zijn ontleend aan een uit 9 coupletten bestaand vers dat in 1848 werd gepubliccerd.
Het was een vertaling door W.P. Razoux van een Duits vers van Heinrich Hoffmann. 
Hoffmann (1809 – 1894) was psychiater, schrijver en illustrator, het meest bekend om zijn kinderboek Struwwelpeter, een verzameling stichtelijke kinderverzen, oorspronkelijk uitgebracht in 1845 en vaak herdrukt. Struwwelpeter kennen wij als Piet de Smeerpoets.
In die bundel staat 'Die Geschichte von den schwarzen Buben', waar onze Moriaan al in is te herkennen: 

'Es ging spazieren vor dem Tor


Ein kohlpechrabenschwarzer Mohr. 


Die Sonne schien ihm aufs Gehirn,


Da nahm er seinen Sonnenschirm.' 

Maar (vertelt het gedicht verder) drie blanke jongetjes lachen deze rabenschwarzer Mohr uit. 
Sint Nicolaas waarschuwt hen dat zij daarmee moeten ophouden, maar de jongens gaan gewoon door. 
Dan pakt Sint Nicolaas hen op en dompelt ze onder in een pot met zwarte inkt, waardoor ze zelf nog zwarter zijn dan de jongen die zij hebben bespot.
En zo eindigt het lied dan in de Nederlandse vertaling:
 
In ’t zonlicht stapt de brave moor 

De zwartgeverfde knapen voor.

’t Was enkel door hun stout gespot, 

Dat zij geraakten in den pot; 

Dus, lieve kind’ren! spot toch niet, 

Als gij iets vreemds aan and’ren ziet.

 

En zo is Moriaantje het woke-lied bij uitstek: tegen elke vorm van het bespotten of uitsluiten van anderen, of ze nu zwart, wit, bruin of geel zijn. Of ze nu homo, hetero of anderszins zijn. Of ze nu islamiet, christen hindoe of niets zijn. Of ze nu dit of dat zijn. 
Het geeft ook een geheel nieuwe wending aan de Pietendiscussie. Waat als die zwart gemaakte Pieten eigenlijk symbool staan voor straf op het bespotten van een echte zwarte persoon, waarom mag dat dan niet meer van de anti-Zwarte Pieten-beweging? 
Het kan haast geen toeval zijn dat onze Zwarte Piet in zijn rol als bediende van Sinterklaas pas verscheen in 1850, twee jaar na het verschijnen van de Nederlandse vertaling van Hoffmann's gedicht. 

Deze actualiteit van Moriaantje zal mogelijk meegespeeld hebben bij het onlangs verschijnen van een nieuwe vertaling van Hoffmann's vers. Onder de titel Ragbol Rinus vertaalde Robbert-Jan Henkes Hoffmanns bundel Struwwelpeter opnieuw. En - ongetwijfeld dankzij de stichtelijke strekking - bleef Moriaan. Het vers luidt nu:

 

Een inkt-pek-ravenzwarte Moriaan 

liep eens langs de lindenlaan.

De zon scheen op zijn kroezebol

en daarom droeg hij een parasol.

Enz.

 

Dat zingen we dus voortaan.  

 

(Dit artikel verscheen in de opiniekrant Argus, 10 april 2025)