1header_hansvervoort.jpg - Jeanie With The Light Brown Hair  

Welkom op de website van Hans Vervoort

Jeanie With The Light Brown Hair  

 

Toen Stephen Foster, de schrijver van de song 'Jeanie with the light brown hair' op 13 januari 1864 stierf had hij maar 35 cent op zak. 
Hij was 37 jaar toen hij – koortsig en mogelijk ook wat aangeschoten -  in een goedkoop hotel in New York van het bed op stond om zich te wassen, flauw viel en op de wasbak terechtkwam die stuk ging en hem een diepe snee in hals en gezicht bezorgde. Hij overleed een paar dagen later in het ziekenhuis aan de koorts en het bloedverlies. 
Behalve de 35 cent die hij nog bezat toen hij stierf, had hij in zijn zak ook een stukje papier waarop stond 'Dear friends and gentle hearts'.
Mogelijk een aantekening bedoeld voor een nieuwe song. Die kwam er ook wel, verschillende latere muzikanten maakten een lied met die titel, als eerbetoon aan hun voorganger. Maar het niveau van Stephen Fosters eigen evergreens haalden ze niet. 


Hij was misschien wel de grootste songwriter die de USA ooit heeft gehad,  Wie kent niet  'Beautiful Dreamer', 'Hard times come again no more', 'My old Kentucky home', 'Old black Joe', 'Swanee River', “Oh Susanna',  'Some folks do'. En 'Jeanie with te light brown hair' natuurlijk.
Maar hij leefde toch in armoede, omdat in zijn tijd songwriters alleen geld verdienden door de rechten van hun liedjes te verkopen aan invidiuele musici of – vooral – muziek-uitgevers. Voor de uitvoering van de songs ontvingen zij niets. Er was dus een grote productie nodig om het hoofd boven water te houden en dat zal mede de reden zijn waarom er van Stephen Foster ruim 200 songs in druk verschenen. 
Het was in die tijd een waagstuk om te proberen van het schrijven van muziek te leven. 


Stephen groeide op in een groot welvarend gezin in Pittsburg, toonde wel vroeg  talent voor muziek, maar volgde de college-opleidingen die bij de status van zijn familie hoorden.
Na zijn 15e stopte hij met studeren en vermaakte zich met meisjes uit de betere kringen,  die hij eerde door liederen aan ze op te dragen. 'There is a good time coming' schreef hij als 19-jarige voor Mary D. Keller en andere 'parlor songs' werden gewijd aan Susan E. Portland, Mary Irwin en – bij haar vroege dood – opnieuw aan Mary Keller. Maar het zette geen zoden aan de dijk en hij zocht en vond een baan als boekhouder bij een bedrijf van een van zijn oudere broers. Daarnaast bleef hij wel songs schrijven, in de 'minstrel'- traditie van die tijd, waarbij liederen vaak gezongen werden door zwart gemaakte blanke zangers.

'Oh Susanna' was zijn eerste gepubliceerde lied, hij was net 20. Drie jaar later, in 1849 waagde hij het er op, tekende een contract bij de New Yorkse muziekuitgeverij Firth, Pond & Co en stopte met werken. In die tijd maakte hij ook Jane McDowell het hof en ze trouwden al een jaar later. In 1851 werd hun dochter Marion geboren. Vijf productieve, succesvolle en gelukkige jaren volgden, maar op een gegeven moment raakte hij in een 'writers block'  en droogden de inkomsten op. Hij besloot naar New York te verhuizen, in de hoop daar meer inspiratie op te doen. Jane bleef met de dochter achter in Pittsburg en begon te werken als telegrafiste. Zijn heimwee naar haar leidde wel tot het prachtige 'Jeanie with the light brown hair':

I dream of Jeanie with the light brown hair,


Borne, like a vapor on the summer air;


I see her tripping where the bright streams play,


Happy as the daisies that dance on her way. 

 

In New York leefde zijn productie weer op, maar drank en eenzaamheid overheersten. Tot die fatale val tegen een wasbak er een eind aan maakte. Pas ruim een halve eeuw na zijn dood, met name door de komst van de radio, werd geregeld dat muziekschrijvers royalties kregen voor het uitvoeren van hun werk. Foster zou nu multimiljonair zijn geworden.

 

(Dit artikel verscheen eerder in de opiniekrant Argus, 22 mei 2025)