't Stukske Nederland, det 't sjoenste is
"Ome Jo zong voor ons, zoals hij dat iedere avond deed voor het slapen gaan. Tot hij naar de wc moest. Hij bleef hier langer zitten dan aanvankelijk gedacht en dus moesten wij alvast naar boven, naar bed toe" herinnert zich - vele jaren later - zijn neefje Henk Voorsteman.
Die was toen 5 jaar oud en miste zo – gelukkig maar - de ontdekking die zijn moeder enige tijd later deed: ome Jo had zijn toilet-bezoek niet overleefd.
Jo Erens was pas 26 toen hij op 21 januari 1955 in Amersfoort, logerend bij zijn zus, aan een hersenbloeding overleed.
Het gaf een schok in Limburg, waar hij in korte tijd een geliefde zanger was geworden
En nu, in 2025, 70 jaar later, is hij dat nog steeds.
Hij behoort tot de drie grote troubadours van het Limburgse Lied die nog steeds in die provincie populair zijn: Harry Bordon, Frits Rademacher en Jo Erens.
En wie hem zijn liederen 'Limburg Allein' en 'Limburg mie Lanjd' hoort zingen begrijpt meteen waarom hij na zoveel jaar nog niet vergeten is.
Hij schreef mooie teksten waarin hij vooral zijn liefde voor Limburg beleed en zong ze in het melodieuze Limburgse dialect met een prachtige stem die klonk als een klok.
Jo (Jochem) Erens werd geboren in Sittard op 24 februari 1928 als zoon van een meubelmaker.
Hij trad op jeugdige leeftijd al op voor de Sittardse carnavalsvereniging “de Marotte” en was later ook lid van het Sittards Mannenkoor. Maar zijn zangersloopbaan startte pas echt in 1952 toen hij als 'troubadour' met zijn zang en gitaar mocht optreden in een reeks Anjeravonden, in Limburg voor het goede doel georganiseerd door het Prins Bernhard-fonds. De start van de concertenreeks werd door de prins zelve bijgewoond. Dat was wat!
Jo zong zijn liedjes als een van de eersten in de Limburgse streektaal, meer specifiek het ‘Zittesj’ (Sittards). Alle teksten én muziek werden door hem geschreven.
Ger de Roos van de KRO die in de verre provincie was om lokale talenten te ontdekken, boekte hem naar aanleiding van het Anjeravond-optreden om later in 1952 voor de radio op te treden in het programma van de Bietenbouwers. Na dat radio-optreden werd hij in korte tijd populair.
Erens hele carriëre als bekende liedjes-zanger duurde niet langer dan drie jaar.
Hij was de muzikale held in een provincie die zoekend was naar een eigen identiteit. Zijn populariteit reikte overigens al snel buiten Limburg, ook in heel Vlaanderen was hij geliefd. .
Maar zelf dacht hij al verder en in 1953 won hij (er waren 300 kandidaten) een studiebeurs aan het conservatorium van Amsterdam waar hij opgeleid zou worden tot operazanger.
Gemakshalve bij zijn zus wonend in het redelijk nabije Amersfoort overviel hem die dodelijke hersenbloeding in januari 1955.
Het prachtige bas/bariton geluid dat zijn stembanden al voortbrachten vóórdat ze in het conservatorium getraind zouden worden, had hem ongetwijfeld tot een wereldbekende zanger gemaakt als hij was blijven leven. Wie 'Limburg mie lanjd' googelt en hem op youtube beluistert kan maar één reactie hebben: doodzonde!
(Dit artikel verscheen in de opiniekrant Argus, 2 juli 2025)