In de koude grond
'In einem kühlen Grunde', het treurigste lied dat ik ken, werd in de jaren '30 op de plaat opgenomen door de toen zeer populaire Duitse 'close harmony' zanggroep The Comedian Harmonists.
De tekst was van Joseph von Eichendorff (1788 – 1857). Hij was 19 toen hij in Heidelberg verliefd raakte op de 18-jarige Katharina (“Käthchen”) Förster, hulp in de huishouding bij haar broer die er een bakkerij had. Het liep niet goed af. Joseph noteert op 3 april 1808 in zijn dagboek: “Een prachtige, warme avond. Katharina omhelsd, ze was erg lief. Bij de bekende heg langs de beek, een lang, hartelijk afscheid”.
Twee dagen later vertrekken Joseph en zijn broer vrij plotseling naar Parijs. Verondersteld wordt dat de relatie tussen de twee verstoord werd door een onverwachte gebeurtenis of een tussenkomst van de familie. Katharina overleed ongehuwd in 1837, 48 jaar oud.
En Joseph schreef (het was de tijd van de Romantiek) zijn verdriet van zich af in een gedicht over een verdwenen geliefde.
De prachtige muziek werd een paar jaar later, in 1814, gecomponeerd door iemand die notabene (Friedrich) Glück heette, maar daar kennelijk afstand van nam.
Het lied begint zo:
In einem kühlen Grunde
da geht ein Mühlenrad;
Mein' Liebste ist verschwunden,
Die dort gewohnet hat.
Na 3 steeds somberder coupletten over de verloren geliefde eindigt het met:
Hör ich das Mühlrad gehen,
Ich weiß nicht, was ich will,
Ich möcht am liebsten sterben,
Da wär's auf einmal still.
Uit Amerika was in de jaren '20 de 'close harmony' zang naar Europa overgewaaid. De in 1928 in Duitsland opgerichte Comedian Harmonists bestond uit 5 zangers en een pianist. Hun stemmen konden ze laten samensmelten tot één harmonieus geluid waarin de individuele zangers niet meer te horen waren. Op één na, het prachtige stemgeluid van de tenor die de boventoon voerde, de Bulgaar Ari Leschnikoff.
Ze werden al snel na hun debuut razend populair en maakten talloze platen tot er in 1934 een kink in de kabel kwam. Want Hitler was aan de macht gekomen en drie van de zangers waren Joods. In 1934, op een tournee door de USA overwoog het zestal om daar te blijven, maar de bas Robert Biberti die de financiële touwtjes in handen had overtuigde ze om toch terug te keren. Foute beslissing want in datzelfde jaar werd het repertoire van de Comedian Harmonists als 'entartet' bestempeld.
De joodse leden vluchtten naar Oostenrijk en via Engeland ten slotte naar de USA. Daar startten ze een nieuwe zanggroep maar omdat tijdens de oorlog het Duits in Amerika niet populair was kwam dat niet van de grond. Ook de in Duitsland achtergebleven leden van de groep slaagden er niet in om met een nieuw team succes te boeken.
De Bulgaarse tenor Ari Leschnikoff lukte het nog wel om in zijn land een solo-carriëre te beginnen, maar de oorlog maakte daar snel een eind aan. Lang na de oorlog werd hij in Sofia teruggevonden, totaal verarmd en als arbeider werkzaam.
Zijn deel van de auteursrechten van de Comedian Harmonists had hij bij zijn vertrek verkocht aan Robert Biberti (aan wie hij een schuld had). Hij schreef in zijn laatste jaren vele brieven aan Biberti in de hoop dat die hem nog een deel van de royalties zou toebedelen, maar zonder succes. Biberti had ze zelf nodig om rond te komen.
Ook de andere leden van de zanggroep kregen het moeilijk in het laatste deel van hun bestaan, totdat ze hun plek im kühlen Grunde vonden.
Maar hun gezamenlijke zangkunst is gelukkig nog te horen via youtube en muziekwebsites zoals Spotify.
(Dit artikel is gepubliceerd in het blad Argus, 28 agustus 2025.)