1header_hansvervoort.jpg - Geschiedenis

Welkom op de website van Hans Vervoort

Geschiedenis

Onlangs zag ik een groepje Indische en Hollandse AOW-ers op de televisie met smaak herinneringen ophalen aan de jaren vijftig. De tijd dat zij elkaar in den Haag met fietskettingen te lijf gingen. De Nozems tegen de Indo's. Mooie tijden waren dat! Wie nu "indische gangs" googelt krijgt weinig te zien, de sporen zijn uitgewist. Alleen Woody Brunings tref je op internet aan met een herinnering: Wat mij altijd bij zal blijven is dat een leeftijdgenoot op een avond, hysterisch, bijna de ouderwetse deurbel uit de muur rukte. Ik moest het in die tijd gevreesde wapen, de fietsketting, onmiddellijk van onder mijn bed (de schuilplaats) halen en hem volgen. Wat was het geval? Een paar Belanda's hadden het lef gehad hem 'door' aan te kijken en dat moest dus subiet afgestraft worden.

 

De Hollandse en Indische oudjes keken er nu met genoegen op terug. Het percentage leren jasjes was ondanks hun gevorderde leeftijd hoog, maar dat was ook het enige overblijfsel van hun protest-jeugd.
In de jaren zeventig kwamen grote aantallen Surinamers naar Nederland, een deel werd door drugsverslaving crimineel. Maar ook deze groep vond uiteindelijk zijn plek in de samenleving.


En nu hebben we dan de Marokkaanse nozems. Ook dat gaat wel voorbij, zou je als reactie mogen verwachten van de weldenkende autochtone meerderheid. Maar de paar duizend deugnieten en de paar honderd extremisten uit Marokkaanse hoek hebben geleid tot een totale ommezwaai in het politieke landschap. Hypes en andere vormen van overreactie lijken het gewonnen te hebben van de redelijkheid.

In 2002 mocht ik voor het weekblad Vrij Nederland een enquête doen onder leerlingen van ROC's, giga-scholen voor middelbare beroepsopleidingen met tienduizenden leerlingen. Zeker, een procent of 10 had extremistische opvattingen en stond achter het geweld van El Quaida. Maar de overige 90% verbaasden mij méér. Als je vroeg wat zij belangrijk in het leven vonden zeiden de Hollandse leerlingen dat zij vooral een leuk bestaan wilden. Maar de Turkse en Marokkaanse leerlingen vonden godsdienst en gehoorzaamheid aan de ouders het belangrijkst. Ze deden me in hun antwoorden nog het meest denken aan de Hollandse jeugd in het brave, door religieuze verschillen verzuilde Nederland van de jaren vijftig. De Marokkaanse en Turkse jeugd is de Hollandse jeugd van 50 jaar geleden, overgeplant in de 21ste eeuw! Geen wonder dat zij moeite hebben zich aan te passen aan de vrijgevochten, op snelle bevrediging van alle behoeften gerichte Hollandse maatschappij.


Maar ook dat zal voorbij gaan, integratie gaat soms langzaam, maar is een niet te stuiten proces. In 2035 vraagt de 6-jarige Khadija aan haar 60-jarige Marokkaanse opa Abdulkader: opa, hoe was het vroeger in Nederland? Lekker rustig, zal hij antwoorden, veel minder stormen en overstromingen dan nu. Dat hij met wat vriendjes af en toe de homofiele buurman uitschold, aan die jeugdzonde denkt hij weinig meer. Maar hypes zijn er in 2035 nog steeds.
Abdulkader overweegt te gaan stemmen op de 72-jarige politicus Geert Wilders die een campagne is begonnen tegen het toenemend aantal Engelsen die, nu hun eiland is ondergelopen, op boomstammen en vlotjes komen aandrijven, zich clandestien vestigen in afbraakwijken en weigeren de Nederlandse taal te leren. Ook houden zij vast aan hun eigen achterlijke Presbyteriaanse godsdienst. Enkele extremisten schijnen van plan te zijn een nieuw Engeland te vestigen in de duinen van Scheveningen.
"Genoeg is genoeg" is de nieuwe slagzin van Geert Wilders en Abdulkader is geneigd het daarmee eens te zijn. Als Nederlander moet je grenzen stellen.

 

(Deze column verscheen in het tijdschrift Archipel, winter 2008)