1header_hansvervoort.jpg - Rense Sinkgraven - Dorus de doffer (2021)

Welkom op de website van Hans Vervoort

Rense Sinkgraven - Dorus de doffer (2021)

 

Eerste Nederlandse duivenmelkersroman

 

'Stel, je wilde een duif op aangepikte eieren krijgen, dan werkte dat zo: na het koppelen in tien dagen eieren, dan achttien dagen broeden, kortom: achtentwintig dagen voor inkorven bij elkaar. Soms zat je er een dag naast en was het ei nog niet aangepikt. Geen nood. Je pakte een hol nep-ei en stopte daar een vlieg in. Door het gebrom en getol dacht de aankomende moeder dat het zover was. Vol moraal ging ze de mand in.’ 

Als lezer verwacht je niet dat je pagina’s zou willen lezen met in duivenmelkerstaal beschreven passages over de beste manier van fokken, de beste voorbereiding voor een vlucht of het lange wachten op de met een val naar beneden terugkerende duif. Maar in  Dorus de Doffer, van Rense Sinkgrave, de eersteNederlandse duivenmelkersromanwerkt het, je raakt snel betrokken bij het wel en wee van hoofdpersoon Wicher, zijn tegenpool Lambert, en de andere melkers uit de buurt. Het is een mannenwereld en de duivensport neemt hen zo in beslag dat de schrijver niet eens de moeite neemt te vermelden of- en welk beroep ze hebben.

 

Duif tegen duif

De roman gaat over de strijd tussen Dorus de duif van hoofdpersoon Wicher en 59, duif van concurrent Lambert. 

‘Dorus was van de goede soort, er stroomde Horemans- en Stichelbaut-bloed door zijn aderen, hij was nog verwant aan de beroemde Kleine Crayonné van Descamps-Van Hasten die het ras voor de ondergang behoed had. Dorus was dus bij uitstek geschikt voor de fond, hij was een klassieke langeafstandsvlieger.‘

Maar 59 van concurrent Lambert geeft in capaciteit aan Dorus niets toe: 

'Haar neststand was perfect, want ze was ingekorfd op kleine jongen. Hij had haar nauwelijks van de schotel kunnen krijgen, zo fanatiek zat ze erop. Een kleine tijgerin’.

De beide duivenmelkers verschillen in hun aanpak:

‘Wicher wilde een plek waar de duiven gelukkig waren, een hok in balans. Ze vrijheid geven. Lambert daarentegen vond dat orde en regelmaat de pijlers van een bevredigend bestaan waren, ook voor duiven. Zonder dat kreeg je wanorde en ongeluk.’ 

De grote race waar beide duivenmelkers hun kampioenen klaar voor maken is de St Vincent, een afstand van zo’n 1200 km. Een gevaarlijke vlucht voor duiven, een fors deel haalt het niet. En die kant van de duivensport heeft Koene, Wichers beste vriend en een intellectueel buitenbeentje in de melkersgemeenschap er toe gebracht te stoppen. Meer en meer zondert hij zich af en verdiept zich in het leven en de natuur-filosofie van Indianen.

 

Eenzame wereld

Zo vereenzaamt Wicher, ook al omdat zijn vrouw Cilia hem verlaten heeft. 

‘Ze maakte zich vaak zorgen als hij mee was op de vlucht. "Waarom stop je niet met de duiven?" zei ze tegen hem. "Ik vind het maar wreed. Die rotvluchten. En als ze niet goed genoeg zijn, worden ze doodgemaakt. Het slaat echt nergens op! Het zijn beestjes met gevoel. Die willen ook gewoon leven."’ 

Zij  begreep, zoals zoveel anderen, de duivenmelkerij niet. 

‘Een vroege duif gaf een adrenalinestoot, een geluksmoment. Even stak je boven de grauwe middelmaat uit. Zoals een topruiter die met zijn volbloed de barrage won. Je keek naar de lucht en plots, vanuit het niets: pats, een duif! Het leek een soort tovertruc, een wit konijn uit de hoge hoed. De dag kon niet meer stuk.’

De afloop van de St Vincent vlucht verandert uiteindelijk alles voor Wicher, maar kan hier niet verteld worden. Dorus de Doffer, Sinkgrave’s debuut, is een boeiende roman over een onbekende wereld, met personages waar je omheen kunt lopen dankzij het talent van de schrijver om in enkele woorden mensen en situaties te typeren. Een geslaagd debuut.

 

(Deze recensie verscheen op de website van Literair Nederland, 24 januari 2022)