1header_hansvervoort.jpg

Welkom op de website van Hans Vervoort

Recensies

Parool (Danielle Serdijn), 17 januari 2003

Vervoort is bijvoorbeeld erg sterk in het tot leven wekken van zijn personages. Vaak in maar een paar zinnen, en soms minder. Zo schrijft hij in de tweede regel van het verhaal Oerend: "Jeannette had me nu het vuur aan de schenen gelegd: als ze bij me introk moest er wel kastruimte zijn." Je weet meteen: dat moet een pittig type zijn, die Jeannette. En praktisch ook. Zo iemand die haar eisen stelt, het geluk néémt en weet dat alleen de zon voor niks opgaat. (.....) Zo zijn er meer verhalen die op het eerste oog lekker ontspannen weglezen, maar op de valreep toch meer prijsgeven dan je verwacht had. (....) Er zijn verhalen om te lachen, stukken die niet meer lijken dan een anekdote maar toch meer om het lijf hebben, er zijn persoonlijke herinneringen en er is tot slot, bijna als een soort eerbetoontje aan de vader van het genre, Edgar Allen Poe, een kort verhaal met een aanzienlijke griezelfactor.

Parool (Theodor Holman) 24 januari 2003

Een van de aller-, allermooiste boeken die ik de afgelopen tijd heb gelezen, is "Geluk is voor de dommen" van Hans Vervoort. Het boek werd in deze krant gunstig besproken - en terecht. Ik ken geen schrijver die zulke heldere en parelende zinnen kan schrijven.(....) Alle verhalen in "Geluk is voor de dommen" zouden mooi verfilmd kunnen worden, dan moet men wel mij de opdracht geven het scenario te schrijven. Vervoort kan namelijk ontroeren, heeft veel humor en gevoel voor een goed verhaal. En het is zo mooi om te lezen. Lees de volgende zin: "En later, in het voorzichtig aangebrachte donker, onder de dekens, proefde ik haar mond nog zo fris als zoveel jaren geleden, en voelde haar billen onder mijn handen terwijl we zochten naar het juiste ritme." De zin die daarna komt is eigenlijk nog mooier, maar moet u zelf lezen. Maar dat "voorzichtig aangebrachte donker" - een omhulsel maken waarbinnen zich van alles afspeelt, is van grote schoonheid. Lees "Geluk is voor de dommen"van Hans Vervoort. Een mooier geneesmiddel tegen verveling ken ik niet.

Elsevier (Thomas van den Bergh) 25 januari 2003

Dat Vervoort het wel kán, bewijst hij met de onlangs gepubliceerde bundel korte verhalen, waarin ook "Maria" is opgenomen: Geluk is voor de dommen. Hierin heeft hij elf nieuwe en zeven eerder gepubliceerde verhalen samengebracht. Daar zitten mooie exemplaren tussen. Zoals het verhaal van een verliefd stel dat na 35 jaar wordt herenigd: een subtiele schildering van een uitgestelde romance met een melancholieke ondertoon. Of het autobiografische "In den vreemde", over de moeilijkheden die de voetbalfanaat moet overwinnen om zijn wedstrijden ook in het buitenland te kunnen volgen. Of het uitmuntende "Het verlangen", waarin een wereldvreemde ambtenaar na een treurig personeelsfeest in bed belandt met de koffiejuffrouw. Vervoort schrijft het liefst plotgerichte verhalen met de nodige verrassende wendingen. Een kloonbaby wordt geboren, een brug stort in, een schrijver ensceneert zijn eigen dood. (...) Het leven is over het algemeen nogal plotloos, en naar het leven getekende verhalen moeten dus niet te veel plotten bevatten. De beste verhalen in deze bundel zijn die waarin Vervoort juist zo min mogelijk plot heeft gevlochten.

Haagse Post (Max Pam) 24 januari 2003

Erg grappig is het openingsverhaal Maria, dat gaat over een man die zijn jeugdliefde terugziet op de televisie, maar niet meer als de schoonheid van vroeger, maar als een wanstaltig monster van zo'n driehonderd kilo. Dat eerste verhaal belooft veel, vooral ook omdat het in Amerika speelt, maar in het vervolg wordt die belofte niet helemaal waargemaakt.De kwaliteit van de verhalen is niet altijd even constant en misschien had Vervoort er verstandig aan gedaan nog even te wachten tot hij een bundel van uitsluitend sterke en nieuwe verhalen bij elkaar had verzameld.

NRC-Handelsblad (Pieter Steinz) 24 januari 2003

Het is een onevenwichtige bundel geworden. Perfect-melancholieke verhalen van weemoed en verlangen volgen op ambitieuze plots die té snel en abrupt afgerond worden. Vervoorts nieuwe bundel is, om een metafoor uit de jaren zeventig te gebruiken, een elpee met een half dozijn sterke singles en meer dan een handvol fillers. (...).
Vele van Vervoorts verhalen laten zich goed navertellen, wat overigens het leesplezier zou bederven.
Maar dat wil niet zeggen dat het bij Vervoort in de eerste plaats om plot draait. Zo is het titelverhaal van Geluk is voor de dommen ook een licht-filosofische bespiegeling over nooit-slijtend verdriet die uitloopt op de volgende passage: "Het ene verdriet verdringt het andere. De mens blijft in beweging omdat hij niet tegen pijn kan en zoekt nieuw geluk dat nieuwe pijn oplevert, waarmee het vorige uitgewist wordt." Het is alsof we de somberende dichter J. C. Bloem horen spreken. "Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten? "vroeg hij zich retorisch af in zijn sonnet "Dichterschap". Bij Vervoorts wisselvallige nieuwe bundel mag je een vergelijkbare vraag stellen. Maar voorlopig is het genoeg, een stuk of wat verhalen. Laten we hopen dat het niet weer een kwart eeuw duurt voor de volgende verzameld worden.

Algemeen Dagblad (Menno Schenke), 31 januari 3003

Zijn nieuwe verhalenbundel Geluk is voor de Dommen zal veel mensen voor hem doen buigen. Vervoort is een meester in het positief kort door de bocht gaan: geen vloed aan woorden, maar snel en puntig op het doel af. In net 200 bladzijden zijn 18 verhalen samengebald. Dat betekent 18 maal een plot verzinnen: Hans Vervoort moet behalve een geconcentreerd denker ook een scherp schrapper zijn. De verhalen gaan voor een deel over hemzelf en zijn herinneringen, voor een deel over anderen. Hij vertelt over een vriendelijke man die rijke bejaarden berooft en een amateur-zanger die een vrouw via zijn stem en een computerspel verovert. Er staan welsprekende zinnen in Geluk is voor de Dommen: "(...) aangezien hij daar het vak van militair beoefende en kleding van de zaak droeg (...)".

Volkskrant (Aleid Truijens), 31 januari 2003

De verhalen van Hans Vervoort zijn klassieke korte verhalen. Hij schreef ook romans, maar het verhaal is het genre dat hem als gegoten zit. Het genre van iemand die én met plezier verzint én vertelt, maar zich er niet met huid en haar aan overgeeft. Net als Kees van Kooten, die andere 'verstaanbare' schrijver uit de jaren zeventig en tachtig die feilloos weet waarover de mensen zich druk maken, kent hij de wereld buiten de zolderkamer van de literatuur, zoals de reclame. Hij hield er een verfrissende stijl aan over waaruit alle overbodige metaforen en beschrijvingen zijn gewied - die houden de boel maar op.(...)
Onderhoudend, geestig en in gedoseerde mate treurig is "Oerend".Een plattelandsidylle. De ikfiguur die van zijn veel jongere vriendin zijn oude jasjes moet weggooien, vindt in een van de zakken daarvan een kladje dat hem terugvoert naar een lang geleden uitgezonden praatprogramma op tv. Een blozend slagersechtpaar vertelde toen aan Koos Postema dat ze al twintig jaar volmaakt gelukkig waren, zonder één wanklank. De man en zijn vriendin - nieuwsgierig naar de formule die hun weinig perspectiefvolle relatie misschien kan redden - zoeken het echtpaar op. Na enig aarzelen wordt het geheim onthuld: het bevindt zich in de stal, en het doet denken aan de gymnastiekles. Net als bij de andere verhalen met een inventieve plot - "Alleen", waarin een overleden zoontje wordt teruggetoverd in zijn kloon, en "'t Moshoes", een ouderwets horrorverhaal - verveel je je geen moment, maar je ligt er achteraf niet wakker van en je wereldbeeld is geen millimeter verschoven.

Commentaar van de schrijver:

Een bundel verhalen heeft het voordeel dat lezers en recensenten er altijd wel een aantal zullen vinden die hen bevallen: je bent niet gauw bekocht. Maar een bundel verhalen heeft het nadeel dat er ook altijd wel een paar zullen zijn die hen niet bevallen. Lezers accepteren dat als all in the game, recensenten hebben er duidelijk meer moeite mee. En zo krijgt een bundel al snel het etiket onevenwichtig of 'niet constant van kwaliteit'. Dat hoort bij het genre, het kan niet anders. Gelukkig noemen alle recensenten een aantal verhalen die zij perfect vonden (allemaal hebben ze daarbij hun eigen favorieten) en krijg ik ook veel complimenten voor de schrijfstijl. Meer mag je bij het uitbrengen van een verhalenbundel niet verwachten. Dus ben ik erg tevreden over de recensies.