1header_hansvervoort.jpg

Welkom op de website van Hans Vervoort

(Fragment) Good old Eddy

'Je moet er echt even uit,' zei Hans tegen Maja, 'dat wachten en de spanning sloopt je. Ga met mij mee naar de eerste vijftigplusbeurs die ooit in Nederland is georganiseerd.'
Hij was al twee jaar bezig met het derde blad dat de Weekbladpers voorbereidde na de succesvolle lanceringen van J/M en Men's Health. Een maandblad voor intellectuele vijftigplussers. Het was een controversieel project, want adverteerders zagen niets in consumenten boven de vijftig, dat waren in koopgewoonten vastgeroeste bejaarden die je nooit meer van hun vaste merken af kreeg. En oudere lezers, geconfronteerd met het idee van een vijftigplusblad, reageerden negatief: je gaat toch niet zo'n bejaardenblad lezen, dan geef je elke hoop op. Desondanks was er sinds enkele jaren een blad, 50 Plus geheten, dat gestadig groeide en inmiddels een indrukwekkende oplage had van meer dan 100 000
En nu had dat blad z'n nek uitgestoken en in de Jaarbeurshal van Utrecht een vijftigplusbeurs georganiseerd.
'Laten we nou eens gaan kijken naar wat vijftigplussers interesseert,' zei Hans tegen Maja en haar nieuwsgierigheid won het. Onderweg legde hij haar uit wat hij inmiddels ontdekt had over deze groep lezers.
'Kijk maar naar onszelf. Als je jong bent en nog niet gebonden dan heb je tijd zat, maar weinig geld. Als je wat ouder bent en een gezin sticht, heb je wat meer geld, maar absoluut geen tijd om het te besteden. Pas als de kinderen de deur uit zijn, de hypotheek afbetaald, de vut in zicht, dan ineens heb je én tijd én geld. Wat ga je dus doen: jezelf verwennen. Eindelijk die reis naar Japan, een luxe weekend in zo'n oprekkliniek, een dure ring. Het is een tweede jeugd, maar dan de luxe variant.'
'Maar dat maakt nog geen blad,' zei Maja twijfelend. 'Toch wel, toch wel. Het bladidee zit in een bijzondere combinatie van onderwerpen die alleen voor deze leeftijdsgroep interessant is. Waar ben je mee bezig als je rond de vijftig, zestig jaar bent? Gezondheid, natuurlijk. En seks niet te vergeten, hoe doe je dat met stramme botten? Dan financiën. Hoe beleg je je spaargeld, wat doe je met de overwaarde van je huis, hoe maak je een testament. En dan de klapper: reizen! Luxe reizen naar heinde en ver. Dan cultuur: tentoonstellingen in Parijs, New York, Berlijn. En als vijfde onderwerp misschien: nostalgie. Gebeurtenissen en personen van dertig jaar geleden, hoe gaat het nu met ze. Maar misschien is dat al wat te veel "opa vertelt". Het laatste wat zo'n blad moet uitstralen is het bejaardendom. Je moet zorgen dat men ziet: hé, dit blad gaat over reizen, cultuur, gezondheid en geld. Dat is precies wat mij bezighoudt! En dan kopen ze zo'n blad zonder te beseffen dat ze dat doen omdat het op de interesses van ouderen gericht is. De mensen op het omslag moeten ook veertigers zijn, niet meer piep maar zeker niet oud.'
'Maar waarom noemt dit blad zich dan 50 Plus? Duidelijker kan je niet zijn,' zei Maja.
'Gaan ze ook veranderen,' had Hans gelezen, 'het wordt Plus, zonder de 50. Plus Magazine.'
In het station van Utrecht liepen ze al snel in een grijze stroom naar het Jaarbeursgebouw.
'Kijk wat handig,' zei Maja en wees op een oude vrouw die een hoog karretje voortduwde, 'een looprek met wieltjes. Je kan er ook op zitten, als het je allemaal te veel wordt.' 'Er zit ook nog een boodschappenrekje aan,' zei Hans waarderend, 'God, ik kan haast niet wachten tot ik zo'n ding mag hebben van de bejaardenzorg.'
'Ik denk dat je het nu ook wel kan kopen,' zei Maja, 'zal ik voor je kijken?'
'Toch maar niet. Het lijkt dan net of ik de gek steek met de ouderdom. Wij eten nog zonder bril, nota bene.' Hans was zestig, Maja negenenvijftig.
De Jaarbeurshal was afgeladen met langzaam voortbewegende oudjes, aan wie in de stands van alles aangeboden werd: incontinentieluiers, massageapparaten, gemaksstoelen, rollators zoals het rijdende looprek bleek te heten, en een massa invalidenwagentjes. Handgedreven, bezinegestookt of elektrisch. Opklapbaar of niet. Met en zonder zijspan.
'Dit is geen vijftigplus,' concludeerde Hans, 'het is zeventigplus. Méér dan zeventigplus. Dit zijn ouden van dagen.'
Het vijftigplusblad dat hijzelf in gedachten had zou nooit gekocht worden door mensen die zichzelf oud vonden. Maar deze lezers van 50 Plus hielden allang niet meer vol dat ze jong en actief waren. Oud, ziekelijk en gemakzuchtig zochten ze vooral naar hulpmiddelen en verwenprogramma's om de rit naar het eindstation zonder al te veel pijn en ellende te kunnen voltooien.
Op het podium van de concertzaal zat een icoon van de jaren vijftig, doodstil als een beeld. Hij hield zijn grote gitaar al even bewegingloos vast, alleen zijn vingers leefden nog. 'Ik stuur je dit boeketje rode rozen - Eén voor elke kus die jij me gaf' zingzegde hij op staccatotoon in de microfoon, het klonk nog net als in de jaren vijftig.
Eddy Christiani's lippen bewogen alsof hij een buiksprekerspop was. Misschien zong hij ook niet echt, misschien playbackte hij. Misschien was hij een bewegende pop uit Madame Tussaud.
Maar voor Hans wist wat hem overkwam stond hij mee te deinen met de massa.
'Mijn achterband is wel wat zacht, maar dat geeft niet lieve pop. Spring maar achterop, spring maar achterop, spring maar achterop.'
Zou Eddy in zijn medley misschien ook nog? Ja, wel degelijk: 'Als ik tweemaal met mijn fietsbel bel nou dan weet je 't wel, nou dan weet je het wel.'
Liederen uit de tijd dat elke zondag traag en in wanhopige verveling voortkroop, het enige geluid in huis de Big Bentune van de pendule-klok: ding-dang ding-dong... ding dong ding dang...
Hoe oud zou Eddy nu zijn? Toch al gauw in de buurt van de negentig, zijn gloriejaren vielen in de jaren na de oorlog. Elvis kroop nog in luiers rond.
'How much is that doggy in the window,' kweelde Patti Page.
'Af en toe gaan pa en moe, met ons naar de speeltuin toe,' zong met veel succes Heleentje van Capelle, het dochtertje van radiokoordirigent Willem van Capelle.
Hoe oud ben ik nu? Dacht Hans. Zestig inmiddels, en steeds meer ga ik behoren tot de weinigen die zich nog iets herinneren van lang, lang geleden. Hoeveel mensen zouden nog weten dat er in 1954 door Omo een slagzinwedstrijd werd uitgeschreven, gewonnen door de slagzin 'Waar Omo domineert, is alles dubbelblank.' En wie zou nog weten dat ooit een kinderspeelplaats in een nieuwe wijk van Amsterdam aan Godfried Bomans had gevraagd om een naam te bedenken voor dit soort speelplekken en dat hij had bedacht: Buiteltuin. En wie, behalve hijzelf, zou over een paar jaar nog weten dat de padvindersyell 'Gé oo ee dee zet één oo, goedzo goedzo goedzozo' oorspronkelijk luidde: 'Gé oo ee dee zet oo oo, goedzoo goedzoo, goedzoo-zoo'. Toen in de nieuwe spelling na de oorlog de tweede o in goedzo verviel zat men met een probleem: de yell miste een laatste lettergreep. Tot een slimme hopman bedacht: zet één oo. Briljant!
Op een schoenenwinkel in de Beethovenstraat zag hij onlangs 'Chaussures' op het uithangbord staan. Wie zou nog weten wat het betekende? En wanneer zou de slagzin 'Al een krat, kist of vat van de Phoenix gehad?' uit het laatste Nederlandse geheugen verdwijnen? En wie wist nog dat vroeger op de ramen van alle Nederlandse treinen stond 'E pericoloso sporgersi'. En dat niemand wist wat het betekende?
Eenmaal terug op weg naar Amsterdam, zei Hans tegen Maja: 'Er moet geen nostalgie in dat vijftigplusblad. Daar word je alleen maar oud en nadenkend van. En wie wil dat nou?'
'Je moet gewoon Avenue weer nieuw leven inblazen,' zei Maja.
Dat was eigenlijk geen slecht idee, moest Hans toegeven. Avenue, een chic blad over kunst, fotografie, mode en reizen, was jaren geleden na een lange succesvolle periode vrij plotseling gestopt. Zo'n blad, met wat financiële tips erbij en een gezondheidsrubriek, zou het nu weer goed kunnen doen.
'Grappig dat je het zegt,' zei hij, 'want een van de mensen die meewerken aan het nulnummer is Marè van der Velde, vroeger adjunct-hoofdreacteur van Avenue.